- Leven in de kluizen: In de 18e en 19e eeuw leefden arme gezinnen en arbeiders in krappe, vochtige gewelven. De omstandigheden waren erbarmelijk, met geen zonlicht, weinig ventilatie en overweldigende viezigheid.
- Misdaad en ondeugd: De kluizen werden een toevluchtsoord voor criminelen, smokkelaars en bordelen. Wetteloze activiteiten floreerden in de duisternis, waardoor het gebied een gevaarlijke reputatie kreeg.
- Dood en ziekte: Omdat er geen sanitaire voorzieningen waren en de armoede welig tierde, verspreidden ziektes zich vrij snel. Velen kwamen om onder de grond, hun leven was verkort in de verstikkende omgeving van deze verborgen kamers.
- Afsluiting en herontdekking: De gewelven werden in de 19e eeuw door de autoriteiten afgesloten en bleven generaties lang verborgen voordat ze in de jaren 1980 werden heropend en de lagen van het vergeten verleden van Edinburgh werden onthuld.